Skip to main content

Van kikkererwt tot Brakelhoen. Van Buurderij tot baktarwe.

De zoektocht van Jamien en Thijs van boerderij Herlinckhof. 

“Slecht nieuws hier. Onze kikkererwten blijken helaas niet bruikbaar als voeding.” 

Op 17 oktober 2023 krijg ik deze mail van Thijs en Jamien van boerderij Herlinckhof in Ninove. Ik krijg dit bericht omdat we via akkerdelen, een project van Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant, bij hen een oogstaandeel hadden gekocht. In de mail leggen Thijs en Jamien uitvoerig uit waarom het mislukt is, met daarbij een overzicht van alle stappen die ze voor deze innovatieve teelt ondernomen hebben. Als consument bedank ik hen voor de interessante uitleg en vraag hen of ze een gesprek zien zitten. Het is januari 2024 intussen, er ligt sneeuw en ik word warm ontvangen op hun mooi gerenoveerde hoeve. Ik interview Jamien, Thijs zal af en toe aansluiten.

  • Dag Jamien, bedankt om me te ontvangen. Als ik op jullie hoeve binnenkwam valt het me direct op dat er moeite gedaan is om mensen direct welkom te laten voelen, er staan een aantal bordjes om de mensen weg te wijzen en een mooie muurschildering.

    Bedankt. Naast de vakantiekampen die we hier organiseren voor drie leeftijdsgroepen tussen vijf en twaalf jaar hebben we hier ook een Buurderij waar onze klanten wekelijks hun bestelling komen ophalen. Je hier welkom voelen is dus wel belangrijk. 

    Vertel eens hoe de Buurderij er gekomen is?

    We zijn er in april 2020 onder begeleiding van Boeren en Buren mee gestart. Ik denk dat ik in de streek een dertigtal landbouwers heb gecontacteerd en daar zijn er tien van meegestapt in het project. En toen was het plots Corona, een tijd waarin veel mensen de voordelen van  de korte keten ontdekten. We hadden toen een honderdtal klanten, ondertussen zitten we aan een stabiele veertig.

    En wie zijn de producenten met wie je samenwerkt?

    Voor de groenten zijn dat de Seizoenshoeve uit Ninove, voor de meer klassieke groenten en de Seizoensschuur uit Schellebelle voor de zogenaamde vergeten groenten, vrije uitloop varkens (Duroc) en pluimvee. Dan hebben we Dubbel Doel uit Gooik voor het rundvlees, het fruit en de fruitsappen komen van D’Haemer uit Pepingen en Ons Julienne is een project van twee zussen die bereide gerechten maken. Ze namen de boerderij van hun oma Julienne over, en legden zich toe op het maken van vegetarische bereidingen van eigen groenten. En dan is er nog melk, lamsvlees, kaas, chocolade, confituur van verschillende producenten en uiteraard ook onze eigen producten. Alle info over al deze boeren en wat je kan kopen vind je in elk geval ook terug op de website

    En welke zijn jullie eigen producten?

    Dat zijn de eieren van onze kippen, notenpasta van onze eigen noten en klaprozen gelei en siroop. Vooral in het maken van de notenpasta kruipt veel handwerk. We hebben hier al een aantal oudere notenbomen en gaan er nog bij planten, maar het oogsten doen we met de hand. Dan moeten ze goed drogen en kraken we ze met de hand met een handmatige notenkraker van Piteba. Daarna volgt het triëren van de schalen en de kernen om ze vervolgens met een semi-industriële blender (Maxima) met wat zout te vermalen tot een lokale hartige notenpasta. Je kan die ook kopen bij de verpakkingsvrije winkel Ohne Zwalm.

    En wat betekent de Buurderij voor jou als tijdsinvestering?

    Ik ben daar wekelijks een aantal uren mee bezig. Voor deze Buurderij ben ik het gezicht en dus ook degene die ervoor zorgt dat alles gestroomlijnd wordt. 

    Betekent dit dat jij je ook met alle bestellingen moet bezighouden?

    Neen, gelukkig niet. Alle Buurderijen in Vlaanderen, een zeventigtal denk ik, maken gebruik van hetzelfde online platform van Boeren en Buren, wat op zich de Vlaamse versie is van La Ruche Qui Dit Oui dat eerst in Frankrijk en Wallonië werd ontwikkeld. De klanten bestellen op de website en elke producent krijgt een aparte bestelbon. Het is ook de producent die ervoor zorgt dat de producten hier op tijd zijn. Ik krijg dan wel de algemene bestelbon zodat alles per klant in één pakket klaargezet kan worden. Ik zorg wel ook voor een aantal extra acties per jaar om onze producten in de kijker te zetten.

    Welke acties?

    Een keer per jaar organiseren we een proeverij zodat ook nieuwe klanten overtuigd kunnen raken. We maken ook tweemaal per jaar met Oxfam een kookbox met daarin een combinatie van onze en hun producten.. En in de week voor het Goed Eten van Ricolto maken we voor hen een vergeten groenten zak.

    Dat lijkt me inderdaad al een hele bezigheid, maar iets dat je blijkbaar met veel passie doet. Was de landbouw en in het bijzonder de korte keten altijd al een roeping?

    Neen, ik kom zelf niet uit een landbouwfamilie, mijn manThijs (die er ondertussen bij is komen zitten) wel. Zelf studeerde ik politieke en sociale wetenschappen in Gent en dus heb ik altijd wel interesse gehad in het doorgronden van hoe een maatschappij, klein of groot, functioneert. Door dan zelf twee kinderen te hebben en enerzijds de nood te voelen om dichter bij huis te werken en met mijn handen bezig te zijn, ben ik stapsgewijs mee in het bedrijf gestapt en probeer ik vooral aan een verhaal van verbreding te werken. Om meer diverse inkomsten te hebben, maar ook omdat die diversiteit mij boeit.

    Dag Thijs, ik hoorde Jamien zeggen dat je de zoveelste landbouwer in een familiale rij bent. Over hoeveel generaties spreken we dan?

    Ik denk dat het vijf generaties zijn. Zelf ben ik echter nog voltijds elders aan het werk, landbouw is dus niet mijn hoofdinkomen. 

    En wat teel je dan zoal?

    We hebben ongeveer 16 hectare en daarop teel ik tarwe, maïs, aardappelen en hooien we ook de weiden om er kleine botten van te maken die we dan aan particulieren verkopen. 

    Geen dieren dus?

    Neen, dat was er vroeger wel. Mijn grootvader Richard had ook varkens en koeien, eerst melkvee, daarna runderen voor het vlees. Ik denk dat mijn vader Gerard dat ongeveer tot in de jaren 1990 gedaan heeft, maar toen was het niet rendabel genoeg meer. We hebben nu natuurlijk wel de kippen die Jamien geïntroduceerd heeft.

    Daar wil ik het later zeker nog over hebben, maar ik ben ook benieuwd naar de tarwe. Welke is dat en hoe teel je deze? Gangbaar of bio?

    Nu is dat baktarwe in gangbare teelt, een wintertarwe van het ras Moschus. Het is een soort die vroeg rijpt en dus ook vroeg geoogst kan worden. Zo heb ik ze dit jaar nog voor 20 juli 2023 kunnen oogsten, voor de natte periode die toen volgde en er veel graan verloren ging door te vochtige omstandigheden en de bijhorende schimmelvorming. De voorbije jaren heb ik ook vanwege kwaliteitsredenen onze baktarwe bij de molen geweigerd gezien. Ze is dan nog goed voor voedertarwe, maar dat brengt uiteraard veel minder op. Dit jaar was het nipt wel goed, maar het klimaat, daar heb je natuurlijk steeds minder vat op.

    Een reden om het niet biologisch te doen?

    Eén van de. Op zich zijn we pro bio, maar er zijn een aantal factoren die dat voor ons nu niet mogelijk maken. Zoals gezegd werk ik voltijds. Als je bio werkt, is mechanische onkruidbestrijding cruciaal. Je moet het én op het juiste moment doen en de omstandigheden om het te doen moeten er ook zijn. Die omstandigheden kunnen om 11u in de voormiddag goed zijn, als de zon schijnt en het gewied onkruid kapot kan drogen, maar dat kan ook op een ander moment zijn. Om mijn wiedeg te gebruiken moet de tractor ook op smal spoor staan, de dunne banden dus, en het is een heel karwei om de banden van een tractor te veranderen. We hebben indertijd meegedaan aan het granennetwerk rond brouwerij 3 Fonteinen. Toen hebben we in de feiten wel bio zomergerst geteeld. Maar ik had toen nog geen wiedeg en dus was het qua onkruid een ramp, het veld stond vol melganzenvoet en dus was het graan zelf het kuisen niet waard. Later zijn ze ook enkel verder gegaan met de telers die een bio-attest hadden, dus dat ging voor ons niet meer.

    Spijt?

    Neen, want het was wel interessant. Ik heb er veel van geleerd en wie weet ga ik daar later ooit mee aan de slag, voor bakgranen dan, maar dat is een plan voor op de lange termijn. Naast de algemene landbouwcursus die ik volgde heb ik ook de biocomponent gedaan. De interesse is er dus zeker, maar de context laat het nu niet toe. Wel probeer ik al zo weinig mogelijk te ploegen en zo de bodem niet te verstoren. Dat heeft natuurlijk wel als consequentie dat er meer onkruidzaden aan de oppervlakte liggen die je dan weer moet bestrijden, mechanisch of chemisch. In elk geval, voor het project van de kikkererwten doen we het in de feiten biologisch, zonder kunstmest en zonder bestrijdingsmiddelen.

    Ah, de kikkererwten. Hoe zijn jullie tot deze teelt geraakt Jamien?

    Het is een project waar meerdere landbouwers onder begeleiding van Inagro en Ilvo aan deelnemen.  Ze helpen ons met het zaaigoed, alsook de ketenontwikkeling en verzamelen de ervaringen en informatie die daaruit voortkomen en delen die dan met ons. Er is ook een whatsapp groep gemaakt van alle telers die eraan meedoen, dus dat netwerk is ook belangrijk.

    Maar met een mislukte oogst dit jaar dus blijkbaar geen evidente teelt?

    Nee, het is pionierswerk. Het is nu vooral investeren en kennis opbouwen en aanvaarden dat het een verliespost is. Ondanks de begeleiding moet je toch het meeste zelf doen. Naast het telen en het oogsten, moeten we er ook zelf voor zorgen dat het gedroogd, getrieerd en vermarkt wordt. 

    En waar gaan de kikkererwten naartoe als ze geoogst zijn?

    Naar Nederland, bij Termont en Thomaes in Middelburg. We hebben het ook geprobeerd bij Casibeans in Melsele en bij Braet De Vos in Sint-Laureins maar daar moet je meerdere tonnen hebben opdat je er terecht kan en de kwaliteitseisen liggen er ook zeer hoog.

    Dus voor nieuwe en kleine telers is het niet makkelijk om met jullie product weg te geraken.

    Nee, en dat is toch wel een aandachtspunt om verder rond te werken. Er wordt veel gesproken over de nood aan minder dierlijke en meer plantaardige eiwitten in onze voeding, en daar geloof ik ook in, maar er moeten nog heel wat randvoorwaarden vervuld worden om dat mogelijk te maken.  Onze zoektocht en het feit dat we tot in Nederland moeten, waar we wel goed geholpen worden, toont aan dat er in de keten nog heel wat zaken ontbreken.

    Wat is er deze zomer (2023) dan misgegaan?

    De kikkererwt is van oorsprong een zuiders gewas en die hebben veel zon en warmte nodig, iets dat we deze zomer niet veel gehad hebben. Nu is het, zoals bij tarwe, normaal dat dit gewas eerst gedroogd moet worden, wat dus bij Termont en Thomaes ook gebeurd is. Van hen kregen we op een gegeven moment het bericht dat er te weinig kwalitatieve kikkererwten bij waren en dat het hen dus niet de moeite leek om de kosten voor het triëren te doen. Dat advies zijn we gevolgd.

    Pijnlijk, en was het het jaar daarvoor dan beter?

    Ja en neen. De weersomstandigheden waren toen zeker beter en dus ook de kwaliteit van de kikkererwten was goed, maar de opbrengst was wel laag. Dat had dan weer te maken met het feit dat er grote stukken waren waar het zaad niet ontkiemd was. Ook dat was leergeld. De manier waarop het veld klaargemaakt moet worden, de zaaidiepte van de kikkererwten, het juist afstellen van de wiedeg voor de onkruidbestrijding… het zijn allemaal zaken die we anders en ook beter gedaan hebben dit jaar. Het zag er dan ook lang tijd goed uit. De kikkererwten kwamen gelijkmatig op, het onkruid hadden we tot in de zomer goed onder controle met behulp van de wielschoffel (vrouwkracht) en de wiedeg (tractorkracht). De bloemetjes werden vrolijk bestoven en groeiden uit tot mooie peulen. En toen kwam in augustus de vele regen en het tij keerde.

    Op welke manier?

    De kikkererwt is een gewas dat genetisch ‘getraind’ is om tijdens droge perioden toch voldoende vocht uit de omgeving op te nemen. Zeer handig in het zuiden, maar dus minder in het nattere Noorden. Er wordt dan te veel vocht opgenomen en dat is dan weer ideaal voor schimmelgroei. Daarnaast is de combinatie van warme en vochtige dagen hetgeen landbouwers ‘groeizaam weer’ noemen en dus ook voor het kruid dat we tot dan toe goed in bedwang wisten te houden: melganzevoet, hanenpoot, knopkruid. Ook dat creëert dan een minder luchtige omgeving en draagt bij aan de schimmelvorming. We hebben toen handmatig nog redelijk wat kruid verwijderd (mechanisch kan dan niet meer), maar de schade was blijkbaar al aangericht, de kwaliteit van de kikkererwten was te fel aangetast.

    Op naar een succesvol derde jaar dan maar?

    We gaan in elk geval verder, al moet ik zeggen dat we toch heel hard getwijfeld hebben. Je steekt er veel tijd in om dan geen resultaat te halen. Maar ik geloof wel in de toekomst van plantaardige eiwitten, dus doen we verder…

    Dat is goed om te horen. Tot slot zou ik nog even willen terugkomen op de eieren die jullie verkopen en dus de kippen die jullie houden. Maken die al lang deel uit van het bedrijf?

    Neen, we zijn daarmee gestart in de zomer van 2022. Dieren op de boerderij zijn altijd een meerwaarde en het past ook in onze visie, dus zijn we daar op kleine schaal mee begonnen.

    En op welke schaal is dat dan?

    Het gaat momenteel over een veertigtal kippen, Brakelhoenen, een lokaal ras. Die zijn minder productief dan de industriële legkippen, maar wel robuuster en gewoon om buiten te lopen en te scharrelen.

    Hoeveel eieren leggen ze dan?

    Gemiddeld honderdtachtig eieren per jaar, witte. De kleur van het ei kan je al zien bij de kip en zeker bij de haan. Als de oorlel wit is, zal het ei dat ook zijn. Dat is wel leuk om aan de bezoekers te kunnen tonen.

    En op welke manier worden de kippen in het bedrijf geïntegreerd?  

    Met mijn vader heb ik een kar omgebouwd tot mobiele kippenstal. Op die manier kunnen de kippen mee roteren en profiteren van het verse gras op de hooiweide, uiteraard zonder dat ze de kans krijgen om een afgebakend stuk volledig kaal te vreten. Daarnaast proberen we ook een voermengsel met ons eigen graan te maken. Dat zijn kleine experimenten, maar we leren er veel uit en dat maakt ons werk boeiend.

    Dat is het zeker en zeer waardevol ook. Bedankt daarvoor en ook voor dit interview.

    De melganzenvoet maakt deel uit van de amarantenfamilie. In de landbouw wordt het aanzien als een lastig onkruid. Dat komt doordat de plant te veel concurrentie biedt en zo voor lagere opbrengsten zorgt. Niet onlogisch dus dat deze in de akkerteelten bestreden wordt (mechanisch in de biolandbouw).

    Toch is de plant ook voor verschillende zaken zeer bruikbaar. In de volksmond wordt hij ook de wilde spinazie genoemd. Zo zijn onder meer de (jonge) blaadjes eetbaar en wordt er in sommige landen nog meel gemaakt van de zaden. En ook de kippen zijn er dol op.

    Meer info: https://velt.nu/nieuws/de-tuin-en-op-jouw-bord-melganzenvoet